Delftse Poort is een icoon van de skyline van Rotterdam. De in 2001 overleden architect Abe Bonnema had een duidelijke visie voor het pand: functionaliteit. Nu – 31 jaar na de bouw – is er een andere architect betrokken bij de doorontwikkeling van het pand. Ook hij heeft een duidelijke missie: het werk van Bonnema voortzetten, mét respect voor zijn nalatenschap. “Dit pand staat er over 300 jaar nog. Delftse Poort wordt zeker een monument.”
Bart van Kampen is oprichter en architect bij De Zwarte Hond in Rotterdam. Hij ontmoette de Friese Bonnema in 1998, toen hij student was. “Een markante man, voor wie ik veel ontzag had.” Ongeveer 15 jaar geleden nam van Kampen Bonnema B.V. over, toen bleek dat het niet goed ging met het bureau, na het overlijden van de architect. Daarmee erfde van Kampen niet alleen de medewerkers, maar ook alle panden, zoals Delftse Poort. “Wij zijn nu in het bezit van alle archieftekeningen, doen verbouwingen aan zijn panden en kennen zijn werk en signatuur goed. Het is wel spannend om aan zijn nalatenschap te werken. Zeker aan een gebouw dat zo sterk en uitgesproken is.”
Bijzonder
Er zijn volgens Van Kampen een heleboel dingen bijzonder aan Delftse Poort. “Er is gebouwd vlak naast een metrotunnel, wat de constructie uniek maakt. Maar ook het feit dat je van binnen naar buiten kunt kijken, maar van buiten niet naar binnen. Het pand ziet er door het materiaal in de avond heel anders uit dan overdag. Overdag is het een abstract blok, in de avond krijgt Delftse Poort een heel andere look.”
Het mooiste aan Delftse Poort volgens van Kampen? “De compositie van het gebouw. Dat maakt het echt iconisch. Bonnema ging echt tot het uiterste. De gevels dragen de vloeren, waardoor je dus geen enkele kolom in je kantoorruimte hebt en alles helemaal open is.” Toch had van Kampen zelf één ding anders gedaan. “Al lijkt het van buiten alsof het hele gebouw van glas is, van binnen heb je wel degelijk ramen. Maar die vind ik te klein. Zeker met dat fantastische uitzicht over Rotterdam.”
Rotterdam opnieuw opbouwen
Bonnema werd geïnspireerd door architecten als Oscar Niemeijer en Le Corbusier: modernisten. Modernisme gaat uit van enorm functionalisme, in plaats van details. “Architecten waren wars van het frivole. Ze wilden geen gefröbel en gewelfjes meer, maar juist zakelijke en praktische gebouwen. Niet te veel poespas. Bonnema maakte ook gebruik van makkelijk te onderhouden materiaal, die goed en snel schoon te houden zijn. De architect hield van strak, kil en zakelijk. Maar alles wel uitgevoerd met mooie materialen. Later is er in het interieur warmte en gezelligheid toegevoegd door CBRE Investment Management.”
Zowel het interieur als het exterieur is bedacht en uitgevoerd door Bonnema. “De grootsheid van de hoge plafonds en de enorme daglichtkoepel, maar ook de dikke kolommen: alles is op grote schaal gebouwd, wat ervoor zorgt dat dit pand ontzettend past bij Rotterdam. Een stad met grote brede lanen, veel hoogbouw en hoge bomen. Heel Amerikaans eigenlijk, net als het gebouw. Bonnema heeft goed gezien dat het karakter van Delftse Poort goed past bij een robuuste stad als Rotterdam.”